The White Book is het online dagboek van renate rietbergen waarin ze schrijft over de (on)genoeglijkheden van ontwaken uit de nachtmerries over verandering en (zelf)verbetering.

The Story of You

Met pen en papier in de aanslag werd gisteren bedacht om eens een ochtendje vast te leggen wat er zoal weet te ontsnappen uit dit belegerde fort van mijn gedachten.

Die ‘ik’ is niets anders dan een bundel gedachten en gevoelens plus het idee van een lichaam.
— Uit: een herfst vol satsangs (Hans Laurentius)

Toen deze bundel-van-gedachten-plus-een-idee-van-een-lichaam (hierna: Ik) zojuist met haar eerste koffie & thee-combinatie de woonkamer in liep, trok het inmiddels vaak gelezen en beschreven A4-tje aan de muur, getiteld: ‘Over Zelfonderzoek’, wederom mijn aandacht. Ik pakte het erbij begon het nogmaals te lezen, woord-voor-woord.

Met pen en papier in de aanslag, besloot ik deze ochtend vast te leggen wat er zoal poogde te ontglippen uit dit belegerde fort van mijn gedachten.

Ik ben me bewust van de kalmte in en om mij heen. Zelfs aan de lucht van mijn gemoed is geen vuiltje te bekennen. Deze kalmte, vooral in mijn hoofd, wordt opgemerkt als een groot contrast met de voorgaande dagen, die het weet te herinneren als een aaneenschakeling vermoeiende matpartijen tussen tegenstrijdige gedachten.

Bij het opnieuw lezen van de derde zin blijft mijn aandacht hangen rond de woorden:
‘… en vroeg of laat zal de stroom van gedachten stoppen.’

Interessant! is de eerste die me ontglipt. Ze is een oude bekende, deze enthousiaste gedachte, die ik lange tijd aanzag voor een onschuldige, fijne vriendin. Maar hoe oprecht ze ook lijkt, onschuldig is ze allerminst. Het is een gehaaide tante die, zodra ze de kans krijgt ongegeneerd aan het flirten slaat met willekeurige, verderop staande woorden die haar verleidelijke blik maar al te graag opvangen.

Ze flikt het ook nu.

En voor ik het in de gaten heb staan ze met z’n allen op de dansvloer van mijn aandacht een dronken uitvoering van de ‘polonaise’ te dansen waarvan niet duidelijk is hoe lang íe gaat duren.

Ze worden allemaal op de bon van mijn notitieboek geslingerd:

Hoe vroeg is vroeg?
Hoe laat is laat?
Wat wordt precies bedoeld met dé stroom?
Waarom staat er niet een stroom?
Is de stroom hetzelfde als een bundel?
Duid de stroom op het geheel van alle gedachten die je ooit kunt hebben?
Zei Alexander Smit niet dat gedachten voortkomen uit totality?
Het houdt niet op!
Niet vanzelf.
Nee, natuurlijk niet.
What was I thinking?

De laatste gedachte, die een onzichtbare glimlach met zich meeneemt, gaat gepaard met een opkomende songtekst die z’n melodie lijkt kwijt te zijn:
No one said it would be easy….

No, it’s a bloody hell of a job!
Ja, maar do-able, dus kom maar op mother fuckers!’

Terwijl ik op sta om mijzelf van een nieuwe ronde koffie en thee te voorzien, wordt in de war room van mijn gedachten het plan gesmeed om de belegering van het fort te versterken. Als ik geduldig gadesla hoe de waterkoker het dit keer wint van het Nespresso-apparaat, wordt mijn aandacht in de rug aangevallen door het snerende geluid van een zaagmachine elders…

De gevangen uit de sectie ‘Ergernis’ en ‘Frustratie’ doen een poging om te ontsnappen, maar worden net op tijd in de kraag gevat door Bewustzijn, die ze door ‘Humor’ terug leidt naar de plek waar ze vandaan kwamen.

Natuurlijk!

De onzichtbare glimlach die de voetsporen van ‘Ergernis’ en ‘Frustratie’ volledig wist gaat nu gepaard met melodieuze flarden van Alison Morisette’s ‘Ironic’.

Voor de spirituele krijger is álles bruikbaar.

Het leven is zijn guru.

Terug aan de optekentafel, zit ik voor heel even gedachteloos naar het nu ogenschijnlijk overbodige A4-tje te staren.

De polonaise is gestopt.

Deze luttele seconden van serene rust en opluchting worden wreed verstoord wanneer links van mij het geluid van een drilboor én zaagmachine een verrassingsaanval inzetten op mijn stille waarnemendheid.

Tot de tanden toe gewapend met You must be fuckin’ kidding me?, Hoe dan? en Neee! ziet het hele blok ‘Irritatie’ zich te bevrijden. Als Dit kán toch niet! en Je gaat er nu wat van zeggen! zich bij het drietal weten te voegen, is het hek van de dam.

Met een zwak: Laat gaan probeert mijn overrompelde defensiemechanisme het gebeuren tot bedaren te brengen. Het lukt niet.

En dan ineens verschijnt Hans Laurentius op het strijdtoneel, die - gehuld in zijn strijdbare signature outfit (legerbroek met moedig gekleurd shirt) - overtuigend roept: Niks, laten-gaan. ER-OP-AF’!

Onder het mom: ik ben geen held op sokken, probeer ik wat tijd te rekken door eerst mijn schoenen aan te trekken en goed te luisteren waar het lawaai precies vandaan komt. Als ik de voordeur open, realiseer ik me dat het geluid niet wordt veroorzaakt door de lawaaistudenten links, maar door mijn verbouwlustige, doch vriendelijke buren van boven.

Ga je dit serieus doen? en Ja he? Je gaat er gewoon serieus op af worden op de reis naar boven voortgedreven door schraapsels van ‘Moed’, die ‘lichte Angst’ op z’n arm meedraagt.

Door het raam dat open staat op de derde verdieping, word ik vriendelijk begroet door twee mannen die ik onderscheid als dakdekkers.

Vriendelijke criminelen.

Ik: “Goedemorgen, heren! Zijn M. en J. misschien thuis?”

De vraag wordt beantwoord met een paar kloppen op de terrasdeuren, waarna mijn vriendelijke buurvrouw in de deuropening verschijnt.

Buurvrouw: “Hai!”

Ik: “Hai! Hey, ja, ik dacht ik ga even kijken waar al die herrie vandaan komt.”

Buurvrouw: “Oh, sorry! Ja, ze zijn hier bezig vandaag met het terras!”

In het ongemakkelijke moment van de hele korte stilte die volgt, voeg ik volgens oud-gebruik meer woorden in dan nodig. Ik hoor mijzelf ratelen. Zelfs het woord ‘geluidstrauma’ rolt over de tong van mijn stevig ingetrainde sociaal-wederkerige vermogen.

Zelfs het woord ‘lieverds’ valt als ik me een weg baan naar de uitgang van het gesprekje, waar inmiddels ook de lieve buurman aan meedeed.

Ik meen het ook nog: het zijn lieverds.

Terug aan de optekentafel pak ik mijn noise-canceling-koptelefoon en begin te schrijven. Heel even is het stil. Dan verschijnt: Who’s next?

Het blijft stil er wordt slechts geschreven.

Als ik gedachteloos mijn telefoon oppak om te zien wiens prachtige pianokunsten zo behulpzaam zijn bij het verdrijven van het lawaai, lees ik: ‘Story of You’ van Josh Kramer.

It’s all pretty perfect laat ik met een diepe zucht ontsnappen.

Maar voorlopig ben je de laatste!

Moeder-Dochter-Tattoo

Over Zelfonderzoek