The White Book is het online dagboek van renate rietbergen waarin ze schrijft over de (on)genoeglijkheden van ontwaken uit de nachtmerries over verandering en (zelf)verbetering.

Moeder-Dochter-Tattoo

een klein verhaaltje van voor het slapengaan.

To be is what we are
and that I am.
— RR

tat two

Klaas Vaak kwam laat vannacht.
Dat gebeurt de laatste tijd wel vaker, dus in die zin doet ‘ie z’n naam eer aan.

Zoekend naar de juiste positie om zijn magische strooisel bereidwillig in ontvangst te nemen, doen allerlei gedachten verwoede pogingen tot ontsnappen uit het fort. Ze lijken vermoeid deze gedachten, die als flarden van zinnen opdoemen en onbeklijfd weer terugkeren naar waar ze vandaan komen.

Maar ineens is daar, zomaar uit het Niets: ‘De moeder-dochter-tattoo’.
Het is een oud idee dat de laatste paar jaar lijkt te zijn vervaagd, zoals ook tattoos met de tijd vergrijzen. De gedachte aan die specifieke tattoo, de moeder-en-dochter-variant, brengt meerdere waaromvragen met zich mee, zoals:

Waarom wilde ik überhaupt ooit een tattoo?

Waarom heb ik me er nooit daadwerkelijk aan gewaagd?

Waarom wilden we er toen zo één?

Waarom lijkt de tattoo-behoefte van weleer als sneeuw voor de laserstraal te zijn verdwenen?

Met een laatste: Waarom je dit alles afvragen als het antwoord niet bestaat en er ook al lang niet meer too doet? vangt mijn creatieve geest het idee op om - in afwachting van Klaas - na te denken over wat er op onze onderarmen zou kúnnen hebben gestaan indien het idee de kans had gekregen zich te manifesteren?

B

In sneltreinvaart vliegen herinneringen voorbij aan het laatste gesprek dat ik met mijn dochter B voerde over onze tattwo. Op haar vraag: “Maar áls we een tattoo nemen, mam, wat zullen we dan doen?” heb ik destijds iets geantwoord als: “Iets kleins, liefst iets met tekst. Ik wilde ooit bijvoorbeeld alleen de ‘B’, omdat het verwijst naar jouw naam, naar je geboortedatum 8-8-8 waar de letter B op lijkt. En omdat het verwijst naar het Engelse: 'Just Be’ wat verwijst naar én ‘gewoon zijn’ en naar jou als mijn enige kind.”
“En”, voegde ik daar tot slot aan toe: “Alleen de B laten tatoeëren, is zo gepiept en pijnloos. Je weet toch dat ik ooit mijn wenkbrauwen heb laten tatoeëren? Dat was écht heel, héél pijnlijk.”

Pas nu ik dit opschrijf besef ik me hoeveel waarheid er verscholen zit achter de woorden: ‘Just be is zo gepiept en pijnloos’.

Ha!

Via just b kwam de herinnering op aan B.S.U.R., de letters die me zeker 10 jaar geleden tegemoet straalde vanaf het visitekaartje van een kennis. Het was de naam van het reclamebureau, waarvoor deze kennis werkte en die in mijn ogen (nog steeds) de beste naam is voor een reclame-bedrijvende zaak (die ik graag zelf had bedacht).

R

Het is ook door díe vier letters, dat ik de voor de hand liggende associatie van mijn initialen met het Rolls Royce-logo abrupt verruilde voor deze meer spirituele variant: B.S.U.R.R., die wel iets weg had van een eerlijk levensmotto: ‘Be as you are, R!’

Als ik terug kijk nu, lijkt het alsof mijn initialen - en vooral de letter R in zijn enkelvoud - er een eigen leven op nahoudt. Niet alleen deed hij decennialang dienst in allerlei logo-varianten, kunstuitingen en sierlijke handtekeningen, maar neemt hij ook in mijn taalgebruik een significante symbolische plek in. Zo is hij ook onderdeel geworden van een soort running gag tussen me, myself &I.
Wanneer ‘wij’ anderen via een appje te kennen geven dat ‘we’ op de plaats van bestemming zijn, appen ‘we’ gniffelend: ‘Ik ben r’.
Nog steeds vinden me, myself & I dit een leuke woordspeling. Al gaat het onzichtbare gegniffel steeds vaker óók gepaard met het voelbare optrekken van ‘onze’ wenkbrauwen, wat erop duidt dat ‘we’ in de gaten worden gehouden door iets dat beter weet… maar hierover nooit met een woord zal reppen.

Anyway.

In het gedachtenspel van de moeder-dochter-tattoo dat vannacht gespeeld werd, wilde die ‘R’ ineens ook mee doen, want:

Als het een échte moeder-dochter-tattoo betreft, moesten we dan niet iets doen met onze beide initialen?

In de zin van: B as you R?
Ja, maar dan zit je dus met de onuitwisbare herinnering aan de naam van dat reclamebureau opgezadeld!

Is het niet genoeg dat ze rondloopt als een levend reclamebord voor Apple & Zara en Everything In Between?

And what about vader M? Moeten we hem niet eigenlijk ook meenemen in dit bloederige verhaal?

Ja, dat maakt het verhaal voor haar in ieder geval compleet.

Nee, dat hoeft niet, want M is stiekem ook een R, remember?

M

Op de basisschool had ‘men’ eind jaren ‘60 besloten om de kleine R aan te spreken met zijn tweede naam M om verwarring te voorkomen met het jongetje in de klas die dezelfde voornaam droeg. Kennelijk is niemand en ook M niet (behalve als het M beter uitkwam) op het idee gekomen om dit handigheidje-voor-luie-meesters-en-juffen terug te draaien toen het niet meer nodig was. Of misschien was het hele voornaam-gebeuren überhaupt geen issue aangezien hij, volgens goed Amsterdams gebruik in die tijd, door puber-vrienden aangesproken werd met (de luie versie van) zijn achternaam.

Vermoeid dwaalt mijn aandacht verder over die M.

M…

Em…

Am?

Am!

Nee maar! Hoe wonderlijk dat dit fonetische kwartje nu pas valt!

Waarschijnlijk omdat hij R niet zo vaak was?

Dus als we kiezen voor zoiets als ‘B as you R’, hoe past die M hier dan in?

We hebben een Be, we hebben een Are, we hebben een Am…

To B is what you R and that I M?

Nope.

To B is what I M and that we R?

Nee.

To B is what we R and that I M?

Er volgden nog gedachten over interpunctie toen ik in het creatieproces van inmiddels de moeder-dochter-én-vader-tattoo kennelijk werd bezocht door de vaak verlate Klaas, die me als antwoord op die laatste vraag het antwoord gaf met een droomloze slaap.

Het was leuk geweest voor haar geboortekaartje, bedenk ik me, terwijl ik me typend voortbeweeg naar de exit van dit schrijfsel.

Al vraag ik me af of er wel een geboortekaartje zou zijn geweest wanneer ‘I am’ en ‘We are’ elkaar in 2006 écht zouden hebben ontmoet.

Is Dat Zo?

The Story of You