The White Book is het online dagboek van renate rietbergen waarin ze schrijft over de (on)genoeglijkheden van ontwaken uit de nachtmerries over verandering en (zelf)verbetering.

De Opdracht

Voordat ik aan deze blog begon, keek ik even hoeveel brieven er nog te gaan zijn: zes. Nog drie van mij en drie van mijn vader. De brief van 28 september vorig jaar markeert een kantelpunt in onze uitwisseling. Het is de brief waarin ik eindelijk woorden geef aan het me gewonnen geven aan de spelletjes die ik bijna vijftig jaar heb (mee)gespeeld—het vader-dochterspel is daar één van. En ik heb hardop getypt dat ik niet langer mee doe.

As

Ik schreef de brieven in een periode waarin ik een omgangsregeling probeerde te treffen met mijn nieuwe bondgenoot: helderheid. Sinds mijn ontmoetingen met advaitaleraar en schrijver Hans Laurentius en maanden van diepgravend advaitisch Zelfonderzoek, was mijn kijk op het leven radicaal veranderd. De oude, diepgewortelde overtuigingen die mij ooit gevangen hielden, waren al flink opgeruimd. Maar met Laurentiaanse olie had ik die opgeruimde berg in de fik gestoken. Ik zag niet alleen glashelder hoe het stokpaardje van mijn ego ‘het niet goed genoeg zijn' opereerde, maar ook waar het vandaan kwam en wat de rol van mijn vader geweest was. En dat zag ik niet af en toe, maar continu. Het was alsof het rookgordijn van mijn verdedigingsmechanismen permanent was opgetrokken en alles in een scherp, genadeloos licht kwam te staan. En wat het me liet zien was een klein hoopje as. Niks meer dan dat. Eén diepe zucht en het stuift weg. Wat overbleef was alleen maar ruimte: geen verhaal meer om aan vast te houden, geen schuldige, geen slachtoffer. Alleen maar helderheid die niets meer nodig had om zichzelf te bewijzen.

Worsteling

Maar terwijl die innerlijke bevrijding voelde als een feit, bleef mijn communicatie hopeloos achter de feiten aanlopen. Het was alsof ik in het vuur van Zelfonderzoek per ongeluk ook mijn communicatieve vermogens op de brandstapel had gegooid en nu geen taal meer had om deze heldere versie van mezelf uit te drukken.

Mijn worsteling met klare taal ging verder dan deze briefwisseling met mijn vader. Het strekte zich uit naar mijn hele communicatie met de wereld. Ik voelde me een totale vreemde in het vaderland van mijn woorden. Wat ooit mijn veilige toevluchtsoord was, een bron van inkomsten en mijn happy place, was nu verworden tot een donkere martelkamer, waarin mijn pogingen tot schrijven de duimschroeven steeds strakker aangedraaid kregen.

Ik was hiervoor gewaarschuwd en wist dat er ‘zoiets’ zat aan te komen. In Hans Laurentius’ Een Herfst Vol Satsangs staat een hoofdstuk getiteld Wat zit er nog in je kontzak waarmee hij verwijst naar hoe Zelfrealisatie niets onaangetast laat. Hij gebruikt de metafoor vaker in zijn werk om aan te geven dat Zelfrealisatie niet alleen meer kapot maakt dan je lief is, maar álles wegvaagt waar ‘ik’ zich aan vastklampt.

Als je iets afgenomen wordt, wees maar blij. Op het moment zelf zie je dat niet altijd, maar heb vertrouwen. Het is niet voor niets. Je wordt alleen maar bevrijd. Van een hoop onzin.
— Uit: Een Herfst Vol Satsangs (Hans Laurentius)

Mijn liefde voor taal, mijn gevoel ervoor, het plezier dat ik eraan beleefde – het leek me inderdaad allemaal te worden afgenomen en me ertegen verzetten had letterlijk geen enkele zin. Als ik door die poortloze poort wilde, dan moest ik ‘mijn schrijven’ afgeven bij de security check…


Brief aan mijn vader, do 28 sep 2023, 15:47

Lieve papa,

Ik was al een paar keer eerder aan een reactie begonnen, maar op de een of andere manier lukte het niet om tot de kern te komen. Er leken gisteren 7 A4-tjes nodig om jou uit te leggen, wat ik zelf nog maar net ontdekt heb. En waar ik al jaren mee bezig ben: diepgaand zelfonderzoek.

Waar ik natuurlijk mee worstelde, ik denk dat je dat zelf ook wel aanvoelt, is ‘het feit’ dat jij: een redelijk somber beeld heb, van wat er van jullie (van mij dus) geworden is. Het is fijn om te weten dat je desondanks hoopt en dus wenst dat ik op mijn manier gelukkig en gezond blijf.
En hoewel ik je dankbaar ben dat je deze woorden durft te uiten, zodat ik er inderdaad misschien iets ‘aan heb’, lijkt het of we in onze gang naar de diepte tegen de ‘harde kern’ zijn op gebotst. Die botsing is, hoewel ik me eerder aan deze keiharde steen gestoten heb, toch ‘pijnlijk’.

Ontdekken dat je niet goed genoeg (geworden) bent en dit bevestigd zien in de woorden van je vader, en/of je moeder, en/of je werkgever en/of je (ex)partner en/of je vrienden en/of je spirituele community en/of de hele westerse wereld is niet eenvoudig om onder ogen te zien. Dit verklaart denk ik waarom zo veel mensen hun ogen ervoor sluiten. 

Mazzel

De meeste mensen, en ik was er één van, kunnen dit niet accepteren en zullen er alles aan doen om te bewijzen dat het niet waar is. Dit proces begint al in onze vroege jeugd, waarin we zo’n aanname als ‘ik ben niet goed genoeg’ standaard oplopen. Het is niet de schuld van het kind, noch van de ouders van dit kind. Immers, ook zij waren ooit kind en zijn met dezelfde soort aanname de wereld in geslingerd toen ze ‘volwassen’ werden verklaard.

Heb je een religie, dan heb je in feite ‘geluk’, want in de ogen van de goden waarin sommige plegen te geloven, ben je altijd nog wél goed genoeg. Of kun je, mits je je aan de regels van die religie houdt, altijd nog een plekje verdienen in de hemel of kun je reïncarneren tot een wel-goed-genoeg-schepsel.

Ik had die mazzel niet om te geloven in een God voor wie ik wel goed genoeg ben. And God knows I tried! Haha. Ik was dus met mijn ‘ik-ben-niet-goed-genoeg’-overtuiging overgeleverd aan de spreekwoordelijke goden. Maar omdat ik niet geloof in een god, was ik overgeleverd aan de cultuur waarin ik ben opgegroeid.

Die cultuur, de Nederlandse of de Westerse cultuur, verschilt eigenlijk niet eens zo heel veel van de gemiddelde religie. Alleen geloven we hier niet in een God, maar in ‘Succes’. Succesvol worden is immers het enige wat een ongelovige heeft om bewijs te leveren dat ie wél goed genoeg is. Succesvol in de liefde, op het werk, als voortplanter of als voetballer (al moet je voor die laatste niet meer bij Ajax zijn geloof ik, haha).

Het enige alternatief voor bewijzen dat je succesvol bent is verdoven dat je niet succesvol bent. Meer smaken zijn er volgens mij niet.

Het probleem met zowel bewijzen als verdoven (feitelijk komen beide op hetzelfde neer) is dat je deze ‘overlevingsstrategie’ gaande moet houden. Zowel het effect van bewijzen dat je succesvol bent als verdoven dat je niet succesvol bent, is immers altijd maar tijdelijk.

De effecten van deze strategieën zijn de ‘problemen’ waar jij en ik – en met ons 'iedereen' – zich heden ten dage geconfronteerd ziet.

Terug naar mij en het pijnlijke inzicht dat ‘we’ beide tot de conclusie zijn gekomen dat ik niet goed genoeg geworden ben, zitten we dus met de vraag: Now what?  Jij formuleert in jouw mail je antwoord met de woorden: “Dat is helaas niet anders, hoop alleen dat jullie (jij) op jullie (jouw) manier gelukkig en bovenal gezond blij(ven)ft.”

The truth is still the truth, even if no one believes it.
A lie is still a lie, even if everyone believes it

Mijn antwoord op: “Now what?” heb ik óók gevonden en dat is: Vanuit een bepaald perspectief (onder andere jouw perspectief en zij die dit perspectief met jouw delen) erken ik dat ik inderdaad niet goed genoeg geworden ben. En dus kan ik niet anders dan jou (en die anderen) gelijk geven.

Ik zie echter óók dat dit perspectief – in wezen een soort van geloofs ’spel’ – (en dus bijna een soort religie) – zijn eigen set van regels kent waaraan gehouden moet worden door zij die dit spel willen spelen.

Iemand vergeleek dit spel met schaken. Als je besluit tot een potje schaken, dan gelden de regels van het schaakspel. Het doel van het schaakspel is dat je als speler moet gaan schaken tot je wint.

No game is appealing if you know you can't beat the game.

Zoals we niet beginnen aan een potje schaken, als we niet denken te kunnen winnen (of kunnen bewijzen dat we in staat zijn te winnen), doen we niets in ons (goddeloze) bestaan, als we niet denken te kunnen winnen van de overtuiging dat we niet goed genoeg zijn of anders gezegd: als we niet denken te kunnen bewijzen dat we wél goed genoeg zijn. Want waarom zouden we?

Jouw naamgenoot Bram Vermeulen schreef een treffend liedje, dat aardig is om te luisteren in dit verband. Ik voeg het hierbij. Het heet: De Wedstrijd. Luister er nu meteen even naar vóór je verder leest.

 Papa kijk dan

Zoals ik het zie, gaat deze wedstrijd uit het liedje ‘De Wedstrijd’ over dit spel: het eindeloze willen bewijzen dat we wél goed genoeg zijn. De drang om ons te bewijzen in de wedstrijd die we ons leven noemen, gaat maar tegen één ‘man’. In het liedje gaat de wedstrijd tegen de vader. In het leven van religieuzen gaat de wedstrijd tegen die andere ‘Vader’. Maar in wezen, althans, zo interpreteer ik mijn eigen wedstrijd, vechten we tegen ons eigen geloof: het geloof (de overtuiging) dat we niet goed genoeg zijn.

Maar tegen wie je het spel of de wedstrijd ook speelt: het is een wedstrijd waarvan je niet winnen kunt.

Voor wie inziet dat we de wedstrijd niet kunnen winnen, zit er maar één ding op: niet meer deelnemen. We kunnen blijven bewijzen dat we de beste club van Nederland zijn, maar zoals we bij Ajax zien is dat nogal een lijdensweg. En niet eens alleen voor de spelers zelf: de hele stad is er ziek van.  

We kunnen namelijk nooit van het spel ‘voetballen’ winnen, zoals we ook nooit van het spel 'schaken' kunnen winnen. En hoewel dat metaforen zijn, impliceert het dat ik dus nóóit winnen kan van het spel dat ik niet goed genoeg (geworden) ben. Nooit.

Ik heb dit spel opgegeven. Dat betekent dat ik élke activiteit waarmee ik op de een of andere manier dacht/denk te kunnen bewijzen dat ik wél goed genoeg ben, niet uitvoer. (In de wijze woorden van Johan Cruijff: "Voordat ik een fout maak, maak ik 'm meestal niet") Omdat ik zie dat het een gebed zonder eind is. En ik zie ook dat er alleen  buiten dat spel wérkelijke vrijheid en wérkelijk geluk te vinden valt. Immers, élke activiteit die erop gericht is om te bewijzen dat ik wél goed genoeg ben, is een bevéstiging van de overtuiging dat ik níet goed genoeg ben.

Opdracht

Toen je hier in Nederland was heb je me gevraagd om jouw 80e verjaardagsfeest te organiseren. Je noemde dat in datzelfde gesprek ‘een opdracht’. En dat zette me achteraf aan het denken. Waarom wil ik deze opdracht uitvoeren? Ik realiseerde me dat het niet aan jouw vraag lag, maar aan de wijze waarop ik de vraag had opgevat. Namelijk, om (jou) te kunnen bewijzen dat ik wél goed genoeg geworden ben als dochter. Het is een automatisme geworden om jou te bewijzen dat ik jouw respect verdien door deze ‘klus’ heel goed uit te voeren.

Door dit inzicht en de wetenschap die ik al had verzameld omtrent dit mechanisme, kan ik niet anders dan je ‘de opdracht’ teruggeven.

Ik speel dit spel niet meer mee.

Hoewel ik niet kan voorkomen dat je dit persoonlijk opvat, wil ik dat je weet dat het niet persoonlijk bedoeld is. Ik neem jou niks, maar dan ook helemaal niks kwalijk. Het is dus geen verkapte manier om je te zeggen dat je een slechte vader bent. Ook is het geen verwijt dat je op de een of andere manier hebt bijgedragen als vader aan het ontstaan van deze overtuiging die me bijna 50 jaar van mijn leven heeft beziggehouden. Integendeel!

Vuur

Er is hier niks dan begrip voor jou, mij, de hele situatie, mijn hele opvoeding, al jouw én mijn menselijke kwaliteiten en onhebbelijkheden: ALLES IS OKE. Als we het hebben over jouw (of mijn) sterfbed, dan valt er wat mij betreft niks meer goed te praten, recht te breien of te vergeven. Niks.

Ik ben je dankbaar voor alles wat je wel en niet voor me hebt gedaan. En vooral voor het vuur waarmee ik mijn bewijsdrang in de wereld manifest heb weten te maken. Dat vuur, dat keihard kúnnen werken, heb ik van jou geleerd en is me zéker de afgelopen jaren—en vooral de laatste maanden—heel behulpzaam geweest. Het pakte met dit vuur slechts anders uit dan we allebei lange tijd dachten of hoopten. So what?

Het vuur heeft alle onverwerkte zaken uit mijn jeugd, al mijn druk maken, alle woede, pijn, verdriet en alles wat er kwam kijken bij mijn bewijsdrift om goed genoeg te zijn in de as gelegd.

Wat betekent dit voor jou? Daar valt voor mij slechts naar te gissen. Ik hoop dat je durft te geloven dat wat ik zeg mijn hoogste waarheid is. En dat je dus kunt stoppen met je nog langer druk maken over mij, wat er wel of niet van mij geworden is, mijn geluk of mijn gezondheid. Want dat is in mijn optiek: a f*cking waste of (y)our time.

Met liefde van je dochter,

Renate 


The Tides They Are A-Changin'

Geankerd in Hoop