brief van mijn vader, 30 aug 2023, 05:22
Hi Renate,
Dat moet ik dus even op mij in laten werken, het is nog al wat, wat je daar schrijft. Misschien is het al te lang geleden dat we een dergelijke briefwisseling hadden. Ik heb de indruk dat we niet bepaald dichter tot elkaar gekomen zijn in die periode?
Was toch wel een beetje ontroerd over het gedichtje dat ik destijds in jouw poëzie album schreef, waar is die tijd gebleven? En ja, ik sta daar nog helemaal achter, ook al is het denk ik een kleine 40 jaar geleden.
Ik ben sindsdien denk ik meer verhard door alles wat er zo op mijn pad gekomen is. In die tijd had ik mijn gezinsleven en toekomst heel anders voorgesteld. Hoe kon het zo misgaan?? Ik heb mij dat vaak afgevraagd en doe dat soms nog wel eens.
Maar ook van dat lieve kleine meisje voor wie ik dat toen schreef, is niet veel meer over. Ook jij bent verhard en veel minder toegankelijk dan toen. We worden allemaal gevormd door de omstandigheden waarin we leven en de beslissingen die we nemen. Elke verandering in ons leven hoeft niet altijd een verbetering te zijn, zoals we beiden hebben ervaren.
Je vroeg om een reden, van het niet tegen kritiek kunnen. Ik zal je een voorbeeld geven. Toen ik M. [RR: mijn ex, de vader van mijn kind] laatst een ‘loser’ noemde, nam je het onmiddellijk voor hem op?? En dat was nadat je uit z’n appartement geknikkerd was en je er al je spullen hebt moeten achterlaten.
Nog steeds begreep je kennelijk niet dat hij je jaren lang belazerd heeft? En dan kan ik alleen maar heel hard tot de conclusie komen dat je het nog steeds niet begrijpt. En wat B. betreft, ik heb helemaal geen kritiek op haar opvoeding in tegendeel. Ik denk dat je het als alleenstaande moeder fantastisch doet. Dat ze is blijven zitten, is niet aan de opvoeding te wijten. Dat heb je mij toch ook niet horen zeggen?
Laten we hopen dat ze er iets van geleerd heeft en gaat bewijzen dat ze het wel kan? Dat zit toch ergens in onze Rietbergen-genen en daar heeft zij er ook een paar van.
Ik realiseer mij dat ik in de laatste fase van mijn leven zit en dat er nog veel zaken zijn waar ik mij druk over kan maken. Maar ook kan ik genieten van de mooie dingen van het leven, zoals het met tranen in mijn ogen kijken naar de 4 x 400 meter hordelopen van meisje Bol. Bepaalde liedjes en muziek doen bij mij hetzelfde. Ik heb niets met het Wilhelmus, maar toen dat afgelopen zondag door het orkest van Rieu voor de start van de F1 in Zandvoort werd gespeeld, was het ook weer bijna mis.
De gevoelens zijn er dus nog wel, maar ze worden schaarser naarmate ik ouder wordt. Dus ja, het kan geen kwaad om zo af en toe eens te snotteren en je gevoel te laten spreken. Maar ook om je te realiseren dat het leven best hard kan zijn. Zoals de schoondochter van A. [RR: papa’s jeugdvriend] die vorige week aan longkanker geopereerd is, erg veel pijn heeft en waar A. natuurlijk enorm bezorgd over is. Of ze het gaat halen staat nog niet vast, wel dat het heel lang kan gaan duren.
Je ziet het, de ups en downs beheersen ons leven. Neemt niet weg dat we er van weg moeten lopen.
Hoop dat deze mail meer in de lijn van jouw verwachtingen ligt?
Groeten aan B. en blijf gezond.
Dikke X pap.
Schuld
Ik lees de brief wel tien keer om erachter te komen of ik überhaupt iets voel bij zijn woorden, maar het blijft wat onbewogen en stil in mij. Het klinkt allemaal zo logisch wat hij zegt. Niet omdat het waar is wat hij zegt, of dat ik het er wel of niet mee eens ben, maar omdat ik mijn vader zo sterk herken in het soort woorden dat hij gebruikt en de zinnen die hij formuleert. Wat hij schrijft heeft iets ‘stumperigs,’ wat ik moeilijk vind om aan mezelf toe te geven. Ook het woord ‘zielig’ komt op, in de zin dat ik het ‘sneu’ vind dat hij zegt dat “de gevoelens er nog wel zijn, maar schaarser worden”. Mijn vader staat allang niet meer op een voetstuk, maar zien dat hij er nog steeds naast ligt, roept een soort kinderlijk ongemak op dat gepaard gaat met gevoelens van schaamte en schuld. Het was immers ik, die hem er ooit op had gezet.
Strijd
Het schuldgevoel verdwijnt weer op het moment dat er een innerlijke glimlach opdoemt wanneer ik de zinnen teruglees over de dingen die hem ‘beroeren’ en die allemaal verband lijken te houden met ‘strijd’. Het overwinnen van een strijd roept klaarblijkelijk emoties bij hem op. Of dat nou de strijd is van meisje Bol tegen de horden of de strijd van de schoondochter van vriend A. tegen kanker. Als er een strijd wordt geleverd, lijkt dat zijn gemoed in positieve zin te beïnvloeden en voelt hij ontroering. Het tegenovergestelde lijkt te gebeuren wanneer in zijn ogen de strijd ontbreekt, terwijl de situatie volgens hem wél bestreden zou moeten worden. Zoals in het geval van mijn ex, die mij eind 2022 kort gezegd ‘op straat had gezet’. Die situatie verdient veel meer nuance, maar als resultaat kwam het daar misschien wel op neer: ik moest hals over kop het huis van mijn ex verlaten. En dat is waar het mijn vader kennelijk nog steeds om gaat: om het resultaat.
Wat mijn vader niet ziet (en ik lange tijd ook niet zag) is dat er in wezen helemaal geen strijd is. Nooit. Er is simpelweg wat er is. Accepteer je dat niet, dan bied je weerstand tegen wat er is en ben je dus in strijd met wat er is. Het feit dat ik simpelweg heb ervaren wat er is gebeurd, in plaats van dat ik ertegen heb gestreden en er tegen moet blijven strijden, lijkt te botsen met zijn overtuiging dat alles een kwestie van strijd en resultaat is. Het is alsof hij alleen ontroerd kan raken als er bloed, zweet en tranen aan te pas komen. Toon je geen strijd, vechtlust of drang ter verbetering van wat is, dan is dat je eigen schuld, zwak en onbegrijpelijk (dom).
“Het ‘spel’ zelf leek te zijn opgelost, verdwenen.
Geen spel, geen winnaars, geen verliezers. Zo zag ik het resultaat.”
Afgaande op de emotionele lading van zijn woorden over deze specifieke gebeurtenis: de ‘uithuisplaatsing’ lijkt hij meer problemen te hebben met het hele voorval, dan ik die dit gebeuren heeft ervaren. Ik kijk niet terug op de gebeurtenis als een strijd die ik heb verloren en voel me ook niet ‘al jaren belazerd’ door mijn ex. Als ik terugkijk zie ik twee mensen die in een aaneenschakeling van moeilijke gebeurtenissen terecht zijn gekomen, waarover ze beide geen controle meer leken te hebben. Het was een jarenlange, pijnlijke, disfunctionele shitshow die uitmondde in waar ik het meest bang voor was: een confrontatie met die werkelijkheid in het openbaar, waar de politie aan te pas moest komen die door mijn dochter was gebeld. Maar nu mijn grootste angst werkelijkheid was geworden, voelde ik me allesbehalve een loser. Ik voelde me ook alles behalve een winnaar. Het was eerder alsof de shitshow, dit ‘spel' tussen ons, leek te zijn opgelost, verdwenen. Er was geen spel meer om te spelen, dus waren er geen winnaars en geen verliezers. Zo zag ik het resultaat.
Spel
In de manier waarop mijn vader de situatie ziet, herken ik niet alleen zijn oude patronen, maar ook veel van mijzelf en de cultuur waarin ik ben opgegroeid. Het raakt me om te lezen dat hij er nog steeds zo in vastzit, in dit typische westerse narratief waarin elk conflict winnaars en verliezers moet hebben. Hij woont inmiddels al ruim dertig jaar in het oosten… hoe is het in Boeddha’s naam mogelijk?
Het patroon van denken is natuurlijk universeel en ligt ten grondslag aan alle ruzies, scheidingen en conflicten overal ter wereld waar menen het idee omarmen van een afgescheiden ‘ik’ die zichzelf moet verdedigen en bewijzen, tegenover ‘de ander’. En onze vader-dochterrelatie is hiervan bepaald niet verschoond gebleven. Jarenlang hebben we het spel gespeeld om ons gelijk, om controle en om erkenning van ‘wie’ we zijn: hij mijn vader, ik zijn dochter. Maar daar ben ik klaar mee. Ik wil en kan geen enkel spel meer spelen op het niveau van het ego en zijn bedenkelijke rollenpatronen. En als dat betekent dat het game-over is voor onze relatie, dan is dat een risico dat ik bereid ben te nemen. Maar voordat ik het familiespel met z’n brave speelstukken van tafel maai, wil ik zien hoe diep we beide durven te gaan. Hoe eerlijk en volwassen kunnen we beide zijn in deze briefwisseling over hoe wij ons werkelijk tot elkaar verhouden?
Labels
Ik heb mijn emotionele huiswerk gedaan. Niet dat het klaar is, maar wel voldoende gevorderd om zonder blikken of blozen te zeggen dat ik volwassen ben en dat ik dat het grootste deel van mijn volwassen leven niet was - ook niet nadat de wet dit had bepaald. Ik ben niet meer dat lieve meisje van zes dat had afgeleerd ‘nee’ te schreeuwen en met deuren te slaan, en dans zogezegd niet langer naar de pijpen van het verdedigingsmechanisme uit mijn jeugd, a.k.a. mijn ego.
Een groot voordeel van het doorzien van het ego is dat ik mijn vader niets meer kwalijk neem en niets meer verwijt. Ik hoef niets meer van hem te horen om me gehoord te voelen en ik hoef niets meer van hem te zien om me gezien te voelen. Ik zit niet op zijn erfenis te wachten en ik ben ook niet bang voor zijn eventuele vroege overlijden. Ik heb dus niets meer nodig van mijn vader en in zekere zin heb ik ook geen diepgaand contact nodig.
Ik ben op zoek naar de diepgang in onze relatie om te zien of we daar iets wezenlijks kunnen ontdekken … iets dat ons beiden verder brengt dan de gebruikelijke paden van vader-dochterrollen. Wat ik wil is dat het open, spontaan en ‘direct’ is. Of beter gezegd, ik wil dat we communiceren over een ‘zuivere’ lijn. Het mag in wezen overal en nergens over gaan, maar nu wisselen we woorden uit over een lijn die verstoord wordt door de ruis van oneigenlijke verwachtingen, valse aannames en belemmerende overtuigingen jegens elkaar als vader en dochter—twee schurende labels in de kraag van ons mens-zijn.
Die labels schuren in onze nek en kleuren de onderstroom van onze communicatie, waardoor we steeds in dezelfde cirkel blijven draaien. En hoewel ik geen strijd zie om met hem uit te vechten, bekruipt me het gevoel dat hij dat anders ziet. Het lijkt alsof hij ervan overtuigd is dat we een strijd moeten aangaan, al was het alleen maar omdat het een taal is die hij verstaat.
All hands on deck!